16 december 2020

Betaalvakantie

Ooit in geldnood gezeten? Ik wel. Als charterschipper heb je het meestal sowieso niet breed, maar in mijn geval was dat zo nu en dan nogal een eufemisme.
De laatste keer was toen het boekingskantoor waarmee ik samenwerkte mijn omzet van het ene op het andere jaar met dik tachtig procent liet kelderen. Ze vonden me niet aardig meer toen ik namens mijn collega’s bij een paar geschillen onwelgevallige standpunten innam.
Nog hetzelfde jaar verkocht ik mijn schip met aanzienlijk verlies om een faillissement te voorkomen. Nu heb je als freelance schipper en kapitein ook een leuk leven, dus misschien had ik dat schip veel eerder van de hand moeten doen, maar ja, ik had het al dik dertig jaar en dan wordt het vanzelf een soort huisdier, dat je niet zomaar afdankt.
Ik kan me dus uitstekend inleven in collega’s die door de coronapandemie in een soortgelijke situatie zijn beland. Extra verzwarende omstandigheid: ze kunnen niet eens iemand de schuld geven – al moet ik bekennen dat het feit dat ik dat wel kon me ook niet veel geholpen heeft.
Toch kan ik me goed voorstellen dat als het water je aan de lippen staat, zeker als dat gebeurt door omstandigheden die je niet in de hand hebt, je extra gevoelig bent voor de manier waarop je wordt bejegend door instanties waar je afhankelijk van bent.
Zoals de bank.
Best mogelijk dat veel eigenaren van prijzig platbodemerfgoed een bijzonder goede relatie met hun pecuniaire instelling hebben, maar dan toch enkel wanneer die volstrekt zeker is dat ze zelfs bij een verpletterende zeperd nog in staat zijn om hun krediet schaterlachend af te lossen. In alle andere gevallen komt die relatie, zo leert de ervaring, bij enige malheur al snel onder druk, om het maar eens beleefd uit te drukken.
Nu hebben de banken daar in hun ogen altijd prima argumenten voor, maar ze doen wel schrikbarend weinig moeite die nog enigszins intelligent te communiceren. Ondanks bankencrisis en corona is er niks veranderd; ze hebben nog precies dezelfde arrogantie als het stelletje net de puberteit ontgroeide non-valeurs dat in 2009, nadat hen duidelijk werd gemaakt dat hun salaris en bonussen dat jaar iets lager uit zouden kunnen vallen, met de benen op tafel riep dat ze toch écht niet voor minder dan dertig mille per maand hun nest uitkwamen. Bankjongens. Serieus, uit de eerste hand gehoord; letterlijk waar gebeurd.
Ongeveer in datzelfde jaar meldde ABN Amro dat charterbedrijven niet meer als klant werden geaccepteerd, omdat je met het gemiddelde jaarinkomen in die branche natuurlijk niet meer kunt beweren dat je ondernemer bent. ZZP-ers, kleine middenstanders, charterschippers: sprokkelhout, krabbelaars, keuterboeren. Wegwezen.
Collega’s van de grootste hypotheekverstrekker van het land, maakten tezelfdertijd bekend geen scheepshypotheken op varende woonschepen meer te verstrekken. Te riskant voor de Rabo. Ze kunnen varen. Lekraken. Bovendien zijn ze bijna niks waard.
Erfgoed? Passie? Laat ons niet lachen!
Geen wonder dus dat hun begrip van piëteit voor een buiten zijn schuld in de put zittende beroepsgroep zich uitdrukt in newspeak en flagrante taalmissers. Zelfs uit de meest onverwachte hoeken hoor je tegenwoordig verbluffende staaltjes van empathisch woordgebruik, maar bij de bank lopen kennelijk nog steeds van die halfbezopen vrijmibo-kakkers rond die het wel lollig vinden om hun langzaam verdrinkende klanten bij wijze van reddingsboei een slap verdwaasd grinnikje toe te steken. Dus welke term verzint zo’n bonushyperbool dan als ‘ie ‘betalingsuitstel van aflossingsverplichtingen’ voor de meest noodlijdende klanten moet samenvatten?
“Iets met pauze misschien? Nee, het moet ook een beetje geinig blijven en bovendien spreken we geen Nederlands meer in bankenland. Weet je wat? Vondst van het coronajaar: we noemen het PAYMENT HOLIDAY!!!”
Bij charterschippers bracht dit jaar de term holiday sowieso al het bloed voor de ogen, maar toen dit memo in de bus viel begonnen ze pas echt gal te spuwen.
En terecht.
Ik gun de schippereigenaren werkelijk alle steun die ze kunnen gebruiken. Niet alleen financieel, hoewel daar natuurlijk de eerste vraag ligt, maar net zo goed mentaal.
Taal is dan van eminent belang.
Ogenschijnlijk kleine communicatieve missers verzieken soms duurzaam oorspronkelijk hartelijke relaties. Het vraagt dan ook heel wat sociale en emotionele intelligentie om voor mensen in nood de juiste woorden te kiezen. En dat is dus een vorm van kapitaal die bij banken nog te vaak ontbreekt. Gelukkig kun je dat met wat praktijkervaring best snel opbouwen. Daarom raad ik al die empathiearme bonuslijers aan om zelf eens ongevraagd een jaar betaalvakantie op te nemen.
Bij hun eigen bank. Dat wordt lachen.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten