30 september 2020

15 miljoen

Dat de pandemie de charterbranche hard treft is geen geheim, en de BBZ heeft dan ook al in een vroeg stadium om extra steun gevraagd voor het behoud van de vloot. De schepen kunnen immers alleen behouden blijven als onderhoud en keuringen voor de benodigde certificaten betaald kunnen worden, en door de massieve omzetderving als gevolg van de coronamaatregelen komt dat rechtstreeks in gevaar. En zowaar heeft het Ministerie van EZ nu 15 miljoen toegezegd ‘voor het behoud van de Bruine Vloot’. En omdat EZ geen bruinevlootexpert is, is de verdeling van het geld overgelaten aan OC&W, waar het cultureel erfgoed is ondergebracht. Licht aan de horizon!
Die 15 miljoen is mooi, want er is nu uitzicht op leniging van de hoogste nood. Complicatie: het brengt bij veel schippers een sentiment naar boven dat de uitgifte wel eens ernstig in gevaar zou kunnen brengen.
Ik destilleer dat uit de reacties die de BBZ kreeg en op sociale media worden gedeeld naar aanleiding van de vraag om advies over de besteding van de toegezegde noodhulp. Daar zitten uiteraard verstandige en minder doordachte bij. Tussen de regels door lees ik echter vooral dat kennelijk veel schippers denken dat het moment is aangebroken waarop de overheid eindelijk de hele charterbranche economisch gaat ondersteunen, met geld dat via nog te bedenken verdeelsleutels onder de ondernemers verdeeld gaat worden. Wel liefst een zo klein mogelijk kringetje ondernemers waar je zelf bij hoort – de spoeling mocht anders eens te dun worden.
Voor een sector die door geen enkele bank meer serieus genomen wordt is dit soort gretigheid wellicht een begrijpelijk sentiment, maar het laat ook een schrijnend onbenul zien over hoe overheidsgeld in het algemeen, en dus ook in dit geval besteed wordt. Gevolg: iedereen wil voor zichzelf zoveel mogelijk binnenhalen en verliest de grote lijn uit het oog.
De filosofie heeft daar een mooi begrip voor: macro-myopie. Dat is de neiging om kortetermijneffecten te overschatten en langetermijneffecten te onderschatten. Ofwel: je kunt misschien op korte termijn je bedrijf redden, maar daarmee op lange termijn de hele sector inclusief jezelf te gronde richten.
Toelichting? De toekenningsbrief is helder: het gaat om het behoud van de vloot. De succesvolle demonstratie bij Pampus en de niet aflatende lobby van de BBZ hebben namelijk precies dat op de kaart gezet: het draait om het behoud van de grootste erfgoedvloot ter wereld. Terecht, want dat was ook het enige zichtbare element dat iedereen aansprak.
Varend erfgoed dus. Dat moet gered worden. Daarom ligt de toekenning ook bij OC&W. Niet bij EZ. Een up-to-date gekeurd schip vindt na een faillissement zeker een nieuwe eigenaar, en dus is de eerste prioriteit niet het redden van de ondernemers. Dat klinkt paradoxaal, want die ondernemers houden de schepen in stand. Maar een ondernemer is, hoe schrijnend ook, uiteindelijk vervangbaar, de schepen zijn dat niet. Let wel: dit is geen standpunt, maar een meewegend feit.
Dat stuit op begrijpelijke maar onverstandige weerstand. Een groepje schippers dat samen een boekingskantoor vormt eist nu een plaats op aan de onderhandelingstafel om voor zichzelf de poet binnen te slepen. Anderen, die vrezen dat botterstichtingen die met passagiers varen ook aanspraak zouden kunnen maken, schreeuwen om het hardst om dat te voorkomen. ‘Eigen volk eerst!’
Als zulk gekrakeel de overhand krijgt, is de kans dat de hele toekenning van die 15 miljoen in de soep loopt bepaald niet denkbeeldig. Aan schreeuwerige schrokkebrokken hebben ambtenaren een broertje dood en over een uitsluitend economisch gemotiveerde verdeelsleutel kun je eeuwig blijven bekvechten, met als gevolg dat de hele toekenning in gevaar komt, want die is immers niet economisch maar cultuurhistorisch gemotiveerd.
Laat dus de BBZ met OC&W een club van wijzen samenstellen met alle expertise over de branche én over varend erfgoed in huis, die een verdeling ontwerpt die nood lenigt waar nodig, én toekomstbestendig is.
De bepalende noemer zal, met OC&W aan tafel, de erfgoedstatus van jouw schip zijn, die het waard is om beschreven te worden, die het zeilende ambacht en een wereld van ambachten eromheen levend houdt en daarmee voor een unieke belevingswaarde zorgt waar talloze buitenstaanders van kunnen genieten.
Verbeeld die waarden: laat zien wat je doet en schrijf op hoe jouw schip van stapelloop tot nu hele generaties in verschillende verschijningsvormen heeft gediend. Laat zien dat het behoud van je schip je lief is en dat je daarom inzet op de toekomst voor de vloot, in plaats van kortzichtig-luidruchtig je deel te eisen van iets dat niet jou persoonlijk, maar jouw schip en de hele vloot is toegezegd. Pas dan zal jouw aanvraag voor een rechtmatig deel van de hulp serieus worden genomen en maak je een kans om ook zelf als ondernemer te overleven.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten