04 maart 2020

Triage

Als er iemand nog kans maakt op een Coronavrije omgeving, zou je denken, dan is het wel de zeezeiler. Het virus heeft een gastheer nodig, dus als je niks anders tegenkomt dan wind en water is er niks aan de hand.
Zou je denken.
Maar iedere reis heeft een bestemming, en meestal is dat een plek waar andere mensen zijn: de havenmeester, douaniers, winkeliers en andere lokalo’s. Het is de vraag of je daar tussen wilt lopen, zelfs met anderhalve meter afstand. Een even grote vraag is of zij überhaupt wel willen dat je in hun haven afmeert.
Een flink aantal Nederlandse tallships kwam in de afgelopen weken dan ook zonder de geplande tussenstops op de Azoren of Sète naar huis, en ligt nu noodgedwongen stil. Veel evenementen zijn al afgelast, van andere is dat op zijn minst onzeker. De schade voor de branche is evident enorm.
Terwijl ik dit schrijf is nog onduidelijk of Sail doorgaat. Ik zou er geen geld op inzetten. Het grootste nautische evenement ter wereld trekt honderdduizenden bezoekers die zich op de kades lopen te verdringen. Geen goed idee nu het RIVM stelt dat we nog maanden van social distancing voor de boeg hebben. Daar gaat de miljoenenomzet, niet alleen in de nautische, maar in veel meer sectoren; dit treft de nationale economie.
Maar vooral stuurt het virus de meest vrije, schone en besmettingsrisicoarme branche in het honderd.
Niemand wordt gespaard.
De binnenlandse vloot, die normaal gesproken nu dagelijks andere havens aandoet, ligt net als de zeevaart stil. Of er later in het seizoen nog iets goed kan worden gemaakt is volstrekt onzeker. De dreiging is reëel dat flink wat ondernemers in de charterbranche, die nu in Coronatermen opeens tot de kwetsbare beroepen behoren, gaan omvallen.
Een klein lichtpuntje is dat het de laatste jaren weer steeds beter ging. Als die trend ondanks het virus doorzet, kunnen eventuele steunkredieten tenminste afbetaald worden. Nu het ministerie van EZ en de banken nog overtuigen dat die er ook voor deze kwetsbare ondernemers moeten komen.
En dat wordt een zware missie. Voor buitenstaanders heeft de Hollandse zeilvloot nu eenmaal meer symbolische dan economische waarde. Dat geldt zowel voor de beroeps- als voor de pleziervaart. In cultuurhistorisch opzicht nauwelijks weg te denken, voor de toeristische diversiteit interessant, maar qua BNP minder dan een druppel op de gloeiende plaat. De grootste en meest professionele zeilvloot ter wereld en de grootste erfgoedvloot ter wereld zijn in politiek Den Haag nauwelijks bekend. De vraag is dus, of men daar überhaupt wel in behoud of zelfs maar ondersteuning geïnteresseerd is. En daarmee komt hét dilemma van deze pandemie ook in economisch opzicht in beeld: triage. Iedereen leeft vanzelfsprekend mee met de krankzinnige keuzes die IC-artsen te wachten staat als ze patiënten bewust moeten laten sterven omdat anderen voorgaan, maar die gruwel is straks op meer fronten aan de orde, zij het misschien minder zichtbaar en pregnant.
Op Economische Zaken staat men voor de keuze: wat doe je met een branche die volgens de economische wetten toch al zwak is? Wat doen levensvatbaarheid en overlevingsdrang er nog toe als er geen uitzicht is op woekerwinsten en superdividend? Wordt het vol inzetten op behoud? Of laat je koudweg alles creperen wat geen goud geld inbrengt of enorme doelgroepen bedient? Hoeveel waarde moet een branche toevoegen aan de culturele, toeristische en museale diversiteit van Nederland om gered te worden?
Ik ben bang dat dit dilemma bij eigendunktechnocraat Eric Wiebes niet echt in goede handen is. Van hem verwacht ik eerder de houthakkersmentaliteit die ook banken typeert: wie niet bij voorbaat zijn grote economische waarde bewijst, wordt meedogenloos geveld. In die kringen verwacht je geen plotselinge bekering tot altruïstische gulheid; al helemaal niet als daar weinig meer dan cultuurhistorische symboliek tegenover staat.
Van veel kanten wordt benadrukt, en ik schaar me met gretigheid in dat koor, hoe solidariteit, vindingrijkheid en vrijgevigheid in tijden van crisis opleven. Ook is er opeens oog voor vitale en kwetsbare beroepen. Dat is hartverwarmend en geeft hoop voor de toekomst.
Vooralsnog past het kwetsbare beroep van charterschipper echter niet in de codes die voor de steunmaatregelen van de overheid gelden, en hoewel dat probleem welwillend wordt erkend, is van een oplossing nog geen sprake. Wiebes belooft veel, maar ik zie er op EZ niemand van wakker liggen als de hele erfgoedvloot op dit virus schipbreuk lijdt.
Het zou hem en zijn ambtenaren daarom sieren als ze zich wat meer de Hippocratische roeping van de IC-arts eigen zouden maken: geen keuzes maken, maar alles op alles zetten om te behouden wat kwetsbaar is.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten