Afgelopen zomer schipperde ik op een mooie huurlemmeraak een
Zwitsers gezin over het wad. Ze hadden wat in open bootjes gezeild maar nog
nooit op groter water genavigeerd. Niettemin hadden ze hun zinnen op het wad gezet.
Met een ervaren schipper erbij kwam dat binnen handbereik, en het werd een
geweldige week.
Mijnerzijds was dat vooral te wijten aan de plezierige
omgang met elkaar. De twee kinderen, een meisje van elf en haar grote zus van
veertien, accepteerden de vreemde schipper zelfs verrassend snel. Bij pubers is
dat altijd even afwachten, maar ondanks dat de veertienjarige zich soms opeens
wat stuurs of allenig gedroeg, reageerde ze haar narrigheid niet op anderen af,
en haar ouders vielen haar niet lastig met overbodige adviezen voor
stemmingsverbetering
Bij de elfjarige won de speelsheid het nog ruimschoots van
de hormonen, met als gevolg dat ik nieuwe kaartspelletjes leerde en regelmatig
met een briefje op mijn voorhoofd geplakt moest raden of ik Freddy Mercury,
Brad Pitt of Nelson Mandela was.
Ze kampeerden vaak in de bergen, en waren daardoor gewend om
het met minimale middelen leuk te maken en te houden. Het leven aan boord
kostte hen dan ook weinig moeite, zeker met alle nieuwe ervaringen die dat met
zich meebracht.
In mijn vorige post schreef ik over de afwijking om alles
vol te willen plempen met spullen, gebouwen, menselijke aanwezigheid en activiteiten,
waardoor nu ook de open zee wereldwijd steeds verder wordt aangetast. Mijn week
met het Zwitserse gezin op het Wad deed me weer eens beseffen dat die neiging
zich niet alleen uitstrekt in de ruimte, maar ook in de tijd. Dat hoef ik denk
ik niet uit te leggen: overvolle agenda’s hebben we allemaal.
Er is me al vaak gevraagd wat mij zo aantrekt in het zeilen.
Met name de langere periodes op zee brachten het antwoord dat ik nu het vaakst
geef: het is het gevoel van even totaal losgekoppeld zijn van alles wat je
normaal gesproken bindt aan de wereld.
De wereld, dat is: de dagelijkse mail, post en telefoontjes,
van opdrachtgevers of superieuren tot tante Annie, ex-collega’s, je moeder, de
belastingdienst; de druk van het werk, van sociale afspraken, van de huurbaas,
de bank, de verzekering; van het achterstallig onderhoud aan huis, auto, boot,
relaties en vriendschappen.
Wie zijn of haar leven aan wal doorbrengt merkt dat
misschien niet eens op. Het leven hangt aan elkaar van routines die we bijna
gedachteloos uitvoeren. Zelfs voor mensen met een creatief beroep of een
knipperlichtrelatie geldt dat tachtig procent van wat we doen gebaseerd is op
gewoontegedrag. En de volte is een stilzwijgend geaccepteerd onderdeel van ons
bestaan geworden, dat nauwelijks meer opvalt.
zijn telefoon uit (er is godzijdank meestal toch nauwelijks
bereik) en stelt het contact met het thuisfront uit tot aan de thuishaven – wie
alles dagelijks doorbrieft heeft straks immers niks te vertellen.
En opeens ben je een astronaut die om de aarde zweeft: nog
met een lijntje vast aan het ruimtestation, maar verder volstrekt los van
alles. Je bent, zoals dat in die kringen heet, in orbit: de aarde is zichtbaar
maar oneindig ver weg, je draait er omheen zonder er werkelijk contact mee te
maken. Er komt geen post meer en – o heerlijkheid – zelfs de sociale media
vallen stil. Je bent gelegitimeerd om alle normale contacten even te laten voor
wat ze zijn: de navigatie, het schip en het boordgezelschap eisen al je
aandacht op.
Mij vergaat het in ieder geval altijd zo als ik het water op
ga, zoals nu met dat Zwitserse gezin op het Wad, dat mij vol vertrouwen toeliet
als een oude vriend, waardoor het contact vloeibaar werd en we al na twee dagen
het gevoel hadden dat we weken onderweg waren in een tijdloze ruimte.
In Einsteins relativiteitstheorie vind ik de dimensie tijd
verreweg het meest intrigerend. Zelfs met al mijn verbeeldingskracht kan ik me
maar moeilijk voorstellen hoe onze driedimensionale wereld er nog eentje bij
heeft: die van de tijd. Ruimte en tijd zijn met elkaar verweven, ze kunnen
zelfs niet zonder elkaar bestaan; door de dimensie tijd mee te rekenen wordt
duidelijk dat de ruimte gekromd is, en het heelal waarschijnlijk oneindig veel
groter dan onze waarneming reikt. Volgens Einstein kun je zelfs net zo goed
reizen in de ruimte als in de tijd, als je maar snel genoeg gaat.
Daarmee vergeleken is de eerste stap van de zeiler
naar de onbekende zee te vergelijken met het eerste kleine stapje van een baby
die gaat staan in de box. Maar ik los mezelf, elke keer dat ik de trossen los
gooi, vloeiend op in de ruimtetijd.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten