17 januari 2019

Holbewoners

 Organisaties zijn net mensen. Je hebt er die open, vrolijk en vol zelfvertrouwen in het leven staan en weinig regels nodig hebben. Andere houden niet zo van een open contact met de buitenwereld. Ze vertrouwen alleen hun eigen regels en hiërarchie.
Waar dat toe kan leiden zien we terug in de restauratie van een Oosterbuurse erfgoedparel: het marineopleidingsschip Gorch Fock.
De bijna negentig meter lange driemastbark werd in 1958 aan de Kriegsmarine opgeleverd en is dus voor erfgoedbegrippen nog een jonkie. Het schip is bovendien het visitekaartje, paradepaardje en pronkjuweel van de Duitse staat. Daar zorgt de Marine dus goed voor, zou je denken: dat is immers een geolied bolwerk met harde regels en een ijzeren hiërarchie.
In 2004 blijkt een grondige renovatie nodig. Een bij de Marine geliefde werf dicht meerdere gaten in de romp(!), en vervangt het 10 cm dikke teakhouten dek. Dat kost 30 miljoen euro.
Tien jaar later blijkt die renovatie op zijn zachtst slecht uitgevoerd. Door corrosie van het stalen onderdek lekt het nieuwe teak dek aan alle kanten. De masten zijn doorgeroest en in kop en kont moeten grote delen worden vervangen. De motor moet gereviseerd en al het pijpenwerk vernieuwd. Eigenlijk is het pronkjuweel rijp voor de sloop. Toch wordt de restauratie gestart. Veel kostbare onderdelen van de tuigage, die nog in prima staat zijn, worden achteloos weggeflikkerd. Dezelfde(!) werf begroot de restauratie nu, samen met de 30 van 2004, op 165 miljoen en is nog lang niet klaar. Maar stoppen? Nee.
Teveel hoge omes maken goede sier met en op het schip. De Gorch Fock is een Marine-uithangbord en nationaal icoon. Bovendien zijn er al 100 van die 165 miljoen uitgegeven. Tel uit je winst.
Inmiddels heeft een werknemer bij de Gorch Fock zichzelf aangegeven; er blijkt sprake van omkoping en corruptie. Of er meer koppen gaan rollen is onduidelijk. De kans dat we het horen is klein, want in besloten spelonken als de Marine maken holbewoners hun eigen regels en wordt de buitenwereld met argwaan bekeken. Hun stront houden ze graag in een ver hoekje van hun grot verborgen; een buitenstaander mocht ze eens ruiken en tot de aanval overgaan.
Wie denkt dat dit een exclusief Duits marineprobleem is, vergist zich. In hetzelfde jaar waarin de Gorch Fock definitief het dok in gaat, vragen Kamerleden zich af waarom het door onze eigen Marine uitgevoerde onderhoud aan het prinsessejacht Groene Draeck zo krankjorum veel kost. De analogie blijkt even treffend als verbijsterend: schilderwerk aan de romp kost meer dan 70.000 euro, het kitten van het teak roefdak 25.000, het lakken van de naambordjes 5.5000 en de motor wordt elke vijf jaar na hooguit 500 draaiuren volledig uitgebouwd en gereviseerd - de fabrikant houdt daarvoor een vaste prijs van 10.000 aan
De Kamervragen zijn indringend, maar bij de Marine geeft niemand thuis. Wat de natte landsverdediging kost, daar hebben enkel de zeesoldaten zelf verstand van en de Groene Draeck is staatsgeheim. Niet zeiken; betalen!
Dat blijkt toch iets te straf en de pavlovreactie is dat er dan een onderzoek komt. In opdracht van Defensie onderzoekt scheepsexpert Floor Kersten het geval en constateert dat de Groene Draeck gemakkelijk in topconditie gehouden kan worden voor 30.000 euro per jaar. Bekende scheepsbouwers en vakspecialisten reageren net zo. Hans Peter Baars van toptimmerbedrijf Ventis biedt aan om het gehele onderhoud van de Groene Draeck ongezien voor tweederde van het Marinebudget te doen. Joke Zwart van superjachtenschilder Mast is al even verbijsterd over het twee tot drie keer te dure schilderwerk. Kortom: voor het bedrag dat het nu kost kun je gemakkelijk elke twee jaar een spiksplinternieuwe lemsteraak bij de werf afhalen. Gepokt en gemazeld scheepsbouwer Lex Tichelaar lacht schamper; hij kent de bedragen en de verhalen. Hij bouwt een spiksplinternieuwe Groene Draeck voor een bedrag dat het origineel nu per jaar aan onderhoud kost.
Kostenoverschrijdingen van dit soort zijn minder zeldzaam dan vaak wordt gedacht. Gesloten bolwerken als de Marine maken immers hun eigen harde regels, leggen alleen binnen hun eigen ijzeren hiërarchie verantwoording af en vernachelen ons waar we bij staan. Hoe wij tegen ze aankijken zal ze een zorg zijn. Wij zijn immers burgers. Wij moeten niet zeiken.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten