28 augustus 2012

Wedstrijd



Het is warm in Lemmer, en enorm druk. Dat komt natuurlijk omdat er vandaag skûtsjesilen is.
Meer dan zestig skûtsjes en nog meer volgschepen vullen de havens, samen met honderden jachten en tientallen charterschepen. Overal lopen bemanningsleden van de wedstrijdskûtsjes rond, herkenbaar aan hun T-shirts en polo's met het logo of de naam van 'hun' schip. Ze ademen veel zelfverzekerdheid uit, ongeacht of hun schip vandaag goed gepresteerd heeft of niet. Ze lopen wat breder dan normaal; sommigen oefenen een extra vloeiende tred en een borende blik, die vermoedelijk een grote, katachtige alertheid en iets van zeebenen moet uitstralen. Het werkt, waar ze komen maken ze indruk.
Ik ben in Lemmer omdat ik met eigen ogen wil zien of mijn skûtsje weer net zulke hoge ogen gooit als vorig jaar, ondanks dat het nu een klasse hoger meedoet in het kampioenschap. Maar ik ben onherkenbaar, want ik zeil zelf niet mee; mijn witte overhemd heeft geen enkele opdruk en valt dus niet op.
Ik loop het dorp in. Daar vermengt de geur van testosteron zich met de lucht van bier en gebakken vis. De terrassen aan het water zitten vol. Op een in de gracht geparkeerd skûtsje wordt een volkszanger in de mast gehesen, die vrolijke schlagers begint te brullen. Beneden hem deint een schare bierdrinkende zeilers mee.
Maar als ik het pleintje voor het museum oploop zie ik dat het skûtsjesilen niet de enige oorzaak is van al dat testosteron in de lucht. Voor een podium met veel bloemen voeren kinderen in blitse pakjes oefeningen op: sprongen en koprollen, radslagen, salto's en flikflaks. Maar liefst drie gymnastiekverenigingen uit Lemmer en omstreken, zo wordt me duidelijk, hebben hier hun toptalenten tussen de 8 en 18 jaar afgevaardigd om op de beats van opzwepende muziek hun kunsten te vertonen.
'Lemmer huldigt Epke Zonderland' staat er op een groot scherm te lezen. De tekst wordt afgewisseld met beelden van Omrop Fryslân, waarop de gouden olympiër tijdens intensieve trainingen zijn spierbundels spant en zijn lijf laat glimmen. De turngod zelf is er nog niet, maar uit alles wordt duidelijk dat zijn komst nakend is, en dat hij dan alle skûtsjeheisa genadeloos in de schaduw zal stellen.
Ondertussen voeren de jonge turntalenten hun sprongen uit. Zij zijn nog niet beroemd, maar dat is slechts een kwestie van tijd. Twee meisjes van nauwelijks 8, duidelijk vriendinnen, zitten al pulkend aan hun teennagels op de rand van de mat hun oudere soortgenoten, echte meisjes al, van vilein commentaar te voorzien. Als ze zelf weer moeten, draaien ze hun radslagjes met een eigenwijze blik die een formidabel zelfbewustzijn verraadt. Ook hier draait het om stoerheid, al ziet dat er heel anders uit dan bij de skûtsjezeilers. Die lijken met hun loopjes en blikken een illusie te compenseren die al lang geleden vervlogen is, maar hier valt nog een wereld te winnen. De oudsten van het team, een prachtig meisje en een al even mooie jongen van rond de 17, zijn zich zó van hun schoonheid bewust dat ze iedere sprong opsieren met extra nonchalante gebaartjes en blikken, en springen steeds hoger en sneller achter elkaar, waardoor we ze nóg stoerder moeten vinden. Of cooler dan, mede gezien de zinderende hitte. En met effect.
In het publiek voor mij laat een toekijkend meisje de hand van haar vriendje los, terwijl ze begerig kijkt naar de salto's van haar gebronsde leeftijdgenoot en de geoliede spieren van Epke. Haar vriendje denkt er het zijne van en probeert haar handen terug te pakken, maar zij heeft die nodig om quasispeels haar strapless jurkje strak te trekken. Haar decolleté komt nu inderdaad veel spannender uit, maar op haar rug verschijnt onbedoeld een grote mee-eter, die ieder ontluikend lustgevoel de kop indrukt. Haar vriendje heeft hem kennelijk nog niet gezien. Hij legt nu een hand om haar billen.
Zo strijdt iedereen om de aandacht en waardering van zoveel mogelijk anderen. Díe wedstrijd winnen, dat is misschien nog wel belangrijker dan een zilveren skûtsje of een gouden plak. Dus doe je wat je het beste kunt: zeilen of turnen, of de zoekende hand van je vriendje winnen, enkel door hem even los te laten en je jurkje glad te strijken.
Mijn mogelijkheden zijn beperkter, maar ik bekreun me niet. Ik word al vrolijk als ik al die opwinding en blijdschap om me heen zie. En die is er volop, vooral van de bemanning van mijn eigen skûtsje, want dat werd zojuist opnieuw kampioen. 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten