19 april 2018

Professionaliteit

Onlangs schreef ik een column in de Spiegel der Zeilvaart onder de titel '#MeToren' over een arbeidsconflict op de vuurtoren Brandaris. Een verkeersleider zit gedwongen op non-actief als gevolg van pestgedrag en - naar het zich laat aanzien - inadequaat reageren van haar werkgever Rijkswaterstaat. Dat conflict kent uiteraard twee partijen, die nu van alles van elkaar vinden en door het vele nieuws in de media al behoorlijk gepolariseerd zijn. Ook ik kreeg nogal wat naar mijn hoofd geslingerd, omdat ik partij voor de betreffende dame zou hebben gekozen en een negatief oordeel geveld zou hebben over de professionaliteit van de verkeersleiders op de Brandaris. 
En dat laten die zich natuurlijk niet zeggen.

Nu vind ik het inderdaad niet professioneel als je je zo gedraagt dat een collega mede door jouw toedoen thuis komt te zitten terwijl ze niets anders wil dan haar vak uitoefenen. Daarvoor hoef ik niet te weten wie er gelijk heeft: het kan best zijn dat de dame in kwestie bepaalde eigenschappen heeft waar kritiek op mogelijk is. Aan iedereen mankeert wel wat, dus waarom niet aan haar? Maar als je een echte professional bent, dan kun je daar zo mee omgaan dat die collega zich niet steeds ongelukkiger gaat voelen in het team.
Dat blijkt geen populair standpunt. Want professionaliteit, vinden veel mensen, dat is toch hetzelfde als vakmanschap? En hoe kan ik nou zeggen dat die gasten op de Brandaris geen vaklui zijn?

Om dat uit te leggen maak ik een uitstapje naar een andere discussie die met soortgelijke argumenten gevoerd wordt: die over de exorbitante salarissen in de financiële sector. Om een topbankier te krijgen, hoor je steeds argumenteren, moeten er wel zulke salarissen betaald worden, want de beste professionals werken niet voor minder. Mijn tegenargument is eenvoudig: dan zijn dat dus niet de beste professionals. Ze weten misschien wel heel veel van geld en management, maar een échte professional is natuurlijk iemand die óók oog heeft voor sociale verhoudingen; die een antenne heeft voor wat er maaatschappelijk speelt en bereid is om zich daarnaar te richten. Dus de beste bankiers, dat zijn per definitie mensen die én goed zijn in hun vak, én die dat vak willen uitoefenen voor een maatschappelijk aanvaardbaar salaris. Wil je dat laatste niet, dan ben je hooguit iemand die een bepaald kunstje heel goed kan, maar die andere, net zo belangrijke kwaliteiten mist. Geen professional, maar een nerd. En die willen we niet meer als topbestuurder van een bank, tegenwoordig.
In mijn ogen terecht.

Laat ik duidelijk zijn: aan het vakmanschap van de verkeersleiders op de Brandaris heb ik nooit getwijfeld. Maar toen ze verkeersleider werden, wisten ze ook dat ze in een klein team terecht zouden komen en dat ze dus over de sociale vaardigheden dienden te beschikken om in een tamelijk besloten ruimte goed met hun collega's overweg kunnen, óók als daar iemand tussen zit waar ze - terecht of onterecht - misschien wat moeite mee hebben. Als hun werkgever ze daar niet mede op geselecteerd heeft dan is dat fout, maar ze zijn hoogopgeleid genoeg om zelf ook na te kunnen denken.
En dan kunnen het dus nog zúlke vaklui zijn, maar professionaliteit omvat meer. Dat dat overigens net zo goed voor de op non-actief gezette dame geldt, spreekt vanzelf.